Als je Belijdenis doet, dan zeg je in een kerkdienst ‘ja’ tegen God, het geloof, de kerk en de manier van leven die daarbij hoort. Je kunt het afleggen van Openbare Geloofsbelijdenis, zoals het officieel heet, zien als een bevestiging van je doop.
Voorafgaand aan je ‘ja-woord’ volg je in aantal avondbijeenkomsten belijdeniscatechisatie. Daarin word je voorbereid op dit bijzondere moment.
Wil je belijdeniscatechisatie volgen? Neem dan contact op met de predikant die de catechisatiebijeenkomsten leidt. Elk jaar is dat een van de twee predikanten die voor onze gemeente actief zijn. Elke nieuwe cyclus bijeenkomsten begint in september.
Vier keer per jaar vieren we in beide kerkgebouwen van onze gemeente het Heilig Avondmaal. Met de avondmaalsviering, die ‘s
ochtends en in de middagdienst plaatsvindt, herdenken we de laatste maaltijd die Jezus met Zijn volgelingen hield, kort voor Zijn arrestatie en kruisiging door de Romeinen.
Tijdens die maaltijd kondigde Jezus aan dat hij spoedig zou sterven om de zonden van de wereld weg te nemen. Hij brak het brood en zei dat Zijn lichaam net zo gebroken zou worden. Daarna schonk hij wijn in en trok nogmaals een parallel met Zichzelf: de wijn was als Zijn bloed, dat ook vergoten zou worden.
Brood en wijn zijn sindsdien de tekenen van het nieuwe verbond dat God met de mens is aangegaan, een verbond waarin vergeving en liefde centraal staan. De avondmaalsviering bestaat daarom uit het eten van brood en het drinken van wijn. Als je ‘aan het Avondmaal gaat’, doe je eigenlijk opnieuw belijdenis van je geloof. Je zegt hiermee dat je achter je keuze voor het verbond met God staat.
Ben je lid van onze gemeente en kun je niet bij de avondmaalsviering aanwezig zijn, dan kun je het thuis vieren. Daarvoor moet je contact opnemen met de predikant of de wijkouderling. Ook in het Zuidlandse woon- en zorgcentrum Bernissesteyn wordt vier keer per jaar Heilig Avondmaal gevierd.
In de vroegste kerken was de avondmaalsviering heel uitgebreid, met volle bekers wijn en een complete maaltijd. Tegenwoordig neemt iedereen een klein stukje brood en een bescheiden slokje wijn. Hoewel in de zestiende eeuw nog wel pogingen zijn ondernomen om de volledige maaltijd in ere te herstellen en zo terug te gaan naar de wortels van de kerk, is dat nooit gelukt.