Tekst en uitleg over het Nieuwe Liedboek

8 maart 2014

Sinds eind februari 2014 gebruiken wij in onze gemeente het nieuwe Liedboek. Na twee introductiediensten is het nog steeds even wennen. Daarom kan wat aanvullende informatie over deze bundel best handig zijn.

Samenstelling
Op 25 mei 2013 verscheen het Liedboek – zingen en bidden in huis en kerk. De liederen in dit nieuwe Liedboek voor de protestantse eredienst (psalmen en gezangen) zijn geselecteerd uit vele bronnen, waaronder Liedboek voor de Kerken (1973), Zingend Geloven, Tussentijds en de Evangelische Liedbundel. Ook bundels met liederen van een dichter zijn hiervoor gebruikt: Zolang er mensen zijn (Huub Oosterhuis) en Jij, mijn adem (Sytze de Vries).
De bundel is samengesteld door de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied (ISK) in opdracht van de vier kerken die het Liedboek voor de Kerken (1973) als hun officiele bundel gebruiken, waaronder de PKN. Sinds 2007 is gewerkt aan deze bundel, door een redactie, werkgroepen en adviseurs, in totaal ongeveer 70 personen. Bij de samenstelling van de werkgroepen is gelet op de deskundigheid van mensen en op spreiding van leeftijd, kerkelijke achtergrond (ook binnen de geledingen van de kerken) en een zo goed mogelijke verdeling van mannen en vrouwen.

Nummering
Het nieuwe Liedboek heeft een nieuwe nummering van de liederen, maar de Psalmen uit het oude Liedboek zijn qua inhoud en nummering ongewijzigd opgenomen. Wel nieuw daarbij zijn de vervolgnummers. Lied 139 is bijvoorbeeld Psalm 139 geworden: “Heer, die mij ziet zoals ik ben”. Maar er zijn nog vier liederen waarvan men vond dat ze goed passen bij de tekst uit Psalm 139. Deze hebben de liednummers 139a, b, c en d. Zo is lied 139b: “Heer, U doorgrond en kent mij”, wat wij beter kennen als Opwekking 518.

Opbouw
Het Liedboek begint bij de Bijbelse liederen: de Psalmen en Bijbelse lofzangen, zoals die van Maria, Simeon en Zacharias. Daarna volgt, vanaf lied 151, de lofzang van Mozes en Mirjam, en verder tot het laatste opgenomen Bijbelse loflied, lied 161. Daarna komen vier hoofdstukken die elk een gang door de tijd weergeven. In de getijden van de dag zijn liederen en gebeden voor de morgen, de middag en de avond opgenomen, en liederen en teksten rond de maaltijd. In de eerste dag volgen we de kerkdienst. Van opening tot slotlied, met kyrie en gloria tot credo, liederen voor bij belijdenis en doop en avondmaal. Natuurlijk met de zegen aan het slot.

Van Advent tot Voleinding
De getijden van het jaar voeren van Advent tot Voleinding, met een rijke keus aan liederen. Vaak, zoals in de adventstijd en rond Pasen, zijn er per zondag aparte liederen. Ook Hervormingsdag en vieringen rond de geloofsgetuigen Franciscus, Martinus, Willibrord en Nicolaas hebben een lied gekregen. De vierde cirkel voert ons het hele leven door. Hier staan de liederen rond geboorte, trouw, de reis door het leven bidden en geloven, maar ook rond twijfel en vragen. Hier komt uiteindelijk ook de levensgrens in zicht: ziekte, overlijden, uitvaart, samenzijn en delen van pijn. In het laatste hoofdstuk, samen leven, staan vier paragrafen rondom de thema’s Kerk, Schepping, Gerechtigheid en Vrede aan bod.

Aanpassingen
Er zijn niet alleen liederen aan de bundel toegevoegd. Soms zijn er ook liederen aangepast. Zo zijn er soms coupletten vervallen of toegevoegd, is een melodie aangepast en heel soms is een tekst herschreven. Dat kan wel eens tot verrassingen leiden. Zoek als voorbeeld lied 289 maar eens op: “Heer, het licht van uw liefde schittert”, wat nu beter bekend is als “Heer, uw licht en uw liefde schijnen” (ELB 382).